
Selecteren en Creëren van tonen
D-31
De hier beschreven bewerkbare parameters zijn voor de drumsteltonen. Er zijn twee types parameters: Bewerkbare parameters
die specifiek zijn voor PCM drumtonen en dezelfde parameters die uitgeoefend worden op andere tooncategorieën.
■ Bewerkbare parameters voor de drumstel PCM toon
Voorbereidingen
Toon het scherm in stap 2 van de procedure onder “Bewerken en opslaan van een toon als een gebruikerstoon” op pagina D-20.
Bewerkbare Parameterlijst
• Gearceerde cellen geven een groep aan die bestaat uit meerdere items. Druk op
br
ENTER om de items te tonen die een groep vormen.
Bewerkbare parameters voor drum PCM tonen
Displaytekst Omschrijving Instellingen
Inst Edit >Ent
Instrumentbewerking (instrument edit). Groep van bewerkbare
drumtoonparameters voor elk toetsenbord.
• Druk op een klaviertoets om het toetsenbord te specificeren dat wordt
bewerkt.
• Tot deze groep kan toegang worden verkregen door stap 1 uit te voeren
onder “Bewerken en opslaan van een toon als een gebruikerstoon” (pagina
D-20) en daarna
7
EDIT ingedrukt te houden.
(C- - G9*)
Inst Select >Ent
Instrumentselectie (instrument select). Groep bewerkbare toonparameters.
Klaviertoetsdruk (Snelheid) is verdeeld in vier snelheidsbereiken. Elk bereik
kan geconfigureerd worden om een andere toon (Inst Number) weer te laten
geven.
• Selecteer d.m.v. de
9
PART min (–) en plus (+) toetsen het bereik dat u
wilt bewerken.
Inst Number
Instrument number (instrument number). Selecteert de drumtoon golfvorm
die toegewezen is aan elk snelheidsbereik.
• Zie de afzonderlijke “Appendix” voor details aangaande golftypes.
• De splitsing van een gebruikers golftoon (gebruikersgolf) kan worden
toegewezen als Inst nummers. Gebruikers golfvormnamen bestaan uit de
tekst “UserWave”, gevolgd door twee nummers met een verbindingsteken
er tussen (zoals: UserWave 1-2) (gebruikersgolf 1-2). Het nummer links
van het verbindingsstreepje (1 in het voorbeeld) is een gebruikersnummer
tussen 1 en 10 van of de letter R (opgenomen data van de sample
lusmodus). Het nummer rechts van het verbindingsteken (2 in het
voorbeeld) is een splitsingsnummer tussen 1 en 5. Als de data een golf
omvat wordt een asterisk (*) toegevoegd aan het begin van de naam van
de gebruikers golfnaam.
Zie de afzonderlijke
“Appendix”.
VelRangeHi
Hoog gevoeligheidsbereik (velocity range high). Bepaalt de bovengrens van
elk snelheidsbereik.
0 - 127
Volume Volume (volume). Specificeert het volume van het drumgeluid. –128 tot 0 tot +127
Pan Pan (pan). Specificeert de stereopositie van het drumgeluid. –64 tot 0 tot +63
Rev.Send
Nagalm zenden. Specificeert hoe nagalm wordt uitgeoefend op een drumtoon.
0 - 127
NoteOffMode
Noot uit modus (note off mode). Door deze instelling in te schakelen wordt
noot uit uitgevoerd wanneer een klaviertoets wordt losgelaten.
Off, On
Assign Grp
Toewijzingsgroep (assign group). Specificeert als een waarde van 1 - 15 in
welke groep het op dat moment geselecteerde toetsenbord dient te worden
geplaatst. Enkel een toetsenbord per groep wordt op een bepaald moment
weergegeven (niet-polyfoon).
Off, 1 - 15
Pitch LFO >Ent
Toonhoogte LFO (pitch LFO). Groep van bewerkbare LFO’s die op de
toonhoogte worden uitgeoefend.
WaveType
Golfvormtype (wave type). Specificeert een golftype dat gebruikt wordt voor
LFO. De details van de kiesbare golven zijn hetzelfde als die voor
“WaveType” van “Blok (8): LFO1 en Blok (9): LFO2 Bewerkbare Parameters”
(pagina D-28).
Sin, Tri, SawUp,
SawDown, Puls1:3,
Puls2:2, Puls3:1
Rate Snelheid (rate). Specificeert de LFO speed (frequentie). 0 - 127
Depth Diepte (depth). Specificeert hoe LFO wordt uitgeoefend. –128 tot 0 tot +127
Inst Number
[1] [2] [3] [4]
Kan niet
worden
gespecificeerd.
bereik 1 bereik 2 bereik 3 bereik 4
0
Velocity Range Hi
[1] [2] [3] [4] 127 Velocity
Comentários a estes Manuais