
Gebruiken van de melodiesequencer
D-91
U kunt d.m.v. de procedures in dit hoofdstuk alle
toonhoogteregel gebeurtenissen van een spoor wissen of van
een specifiek bereik op een spoor.
• Voer de bewerking uit onder “Wissen van een afzonderlijke
gebeurtenis” (pagina D-86) om afzonderlijke
toonhoogteregel gebeurtenissen te wissen.
• Na het wissen van de toonhoogteregel gebeurtenissen in
een van de sporen van Spoor 01 tot en met Spoor 16, kunt
u nieuwe toonhoogteregelbewerkingen van de (PITCH
BEND regelaar (S-1)) opnemen over dat spoor heen. Volg
om dit te doen de procedure onder “Opnemen op Sporen
01 - 16” (pagina D-69) en selecteer “OVDB” (Overdub) voor
de “RecType” instelling in stap 6-(3).
• Omdat “OVDB” niet geselecteerd kan worden voor
“RecType” (opnametype) bij het opnemen van het
opnamespoor, kunnen toonhoogteregel bewerkingen niet
opgenomen worden over het spoor nadat toonhoogteregel
gebeurtenissen gewist worden van het systeemspoor. U
kunt d.m.v. de procedure onder “Invoegen van een
gebeurtenis” (pagina D-88) toonhoogteregel
gebeurtenissen invoegen.
■ Wissen van alle toonhoogteregel gebeurtenissen
op een spoor
1.
Geef het gebeurtenis bewerkingsscherm van
het spoor weer van het spoor waarvan u de
toonhoogteregel gebeurtenissen wilt wissen.
• Zie “Selecteren van een spoor voor bewerken” (pagina
D-85).
2.
Houd de R-13 (FUNCTION) toets ingedrukt en
druk op de C-13 (MENU) toets om het
gebeurtenis bewerkingsscherm te tonen.
3.
Verplaats d.m.v. de R-17 (t, y) toets de 0
naar “DeleteBender” (wissen van
toonhoogteregeling) en druk vervolgens op de
R-16 (ENTER) toets.
• Hierdoor verschijnt het “Delete Bender” (wissen van
toonhoogteregeling) scherm.
4.
Verander d.m.v. de draairegelaar of R-14 (–, +)
toetsen de instelling in de vetgedrukte haakjes
(%) naar “ALL” (alles) en druk vervolgens op
de R-16 (ENTER) toets.
5.
Druk als reactie op de “Sure?” boodschap die
verschijnt op de R-14 (YES) toets om te wissen
of op de R-14 (NO) toets om te annuleren.
■ Wissen van alle toonhoogteregel gebeurtenissen
binnen een specifiek bereik van een spoor
1.
Geef het gebeurtenis bewerkingsscherm van
het spoor weer van het spoor waarvan u de
toonhoogteregel gebeurtenissen wilt wissen.
• Zie “Selecteren van een spoor voor bewerken” (pagina
D-85).
2.
Indien nodig kunt u een melodie
weergavebewerking op dit moment om het bereik
te controleren dat u voor wissen wilt selecteren.
• Zie “Weergeven van een melodie van het gebeurtenis
bewerkingsscherm (Quick Play)” (pagina D-85).
3.
Houd de R-13 (FUNCTION) toets ingedrukt en
druk op de C-13 (MENU) toets om het
gebeurtenis bewerkingsscherm te tonen.
4.
Verplaats d.m.v. de R-17 (
t
,
y
) toets de
0
naar
“DeleteBender” (wissen van toonhoogteregeling)
en druk vervolgens op de R-16 (ENTER) toets.
• Hierdoor verschijnt het “Delete Bender” (wissen van
toonhoogteregeling) scherm.
5.
Verander d.m.v. de draairegelaar of R-14 (–, +)
toetsen de instelling in de vetgedrukte haakjes
(%) naar “Locator” (localisering).
• Hierdoor wordt een bereikspecificatiescherm
weergegeven zoals het hier onder getoonde.
• Als u reeds een bereik heeft gespecificeerd d.m.v. het
localiseringsscherm (pagina D-74), dan zal dat bereik
worden weergegeven op het bereikspecificatiescherm.
6.
Verplaats d.m.v. de R-17 (
u
,
i
) toets de cursor
en verander dan d.m.v. de draairegelaar of R-14
(–, +) toetsen de waarde bij de cursorstand.
7.
Druk nadat alles naar wens is op de R-16
(ENTER) toets.
8.
Druk als reactie op de “Sure?” boodschap die
verschijnt op de R-14 (YES) toets om te wissen
of op de R-14 (NO) toets om te annuleren.
Wissen van toonhoogteregel gebeurtenissen
Bereikstartpunt Bereikeindpunt
Comentários a estes Manuais